De periode 1986 - 1990:
De Control Data CYBER 840A
Installatie en acceptatie
Een kleine ‘aanpassing’ in de computerruimte
In het voorjaar 1986 werd door het Laboratorium volop onderhandeld over het
vervangen van de CDC CYBER 170-835 door een CDC CYBER 840A.
De installatie van de CYBER 840A vond begin oktober 1986 plaats.
De demontage van de CYBER 170-835 startte op vrijdag 3 oktober om 8.00 uur.
Om 14.00 uur startte het in elkaar zetten van de CYBER 840A.
In het weekeinde werd het systeem getest en op dinsdag 7 oktober vonden de formele functietesten
plaats. Een maand later werd het systeem, na een bedrijfstest, geaccepteerd.
Enkele dagen na de installatie ontving het laboratorium enkele technici van de
Koninklijke Marine.
Deze specificeerden altijd dat kabelbomen om de vijftien centimeter vastgezet moesten worden.
Groot was hun verbazing om een tien centimeter dik pakket met vele honderden dunne coax-kabels
te zien, die de verschillende delen van de CYBER-CPU met elkaar verbonden.
Dat het systeem onmiddelllijk werkte na het transport per vliegtuig vanuit Minnesota en
de reis per vrachtwagen, was voor hun onbegrijpelijk !
De gemiddelde CPU-bezettingsgraad van de CYBER 840A
bedroeg in de jaren 1988 en 1989 ruim 55%.
De totale CYBER 840A-systeemconfiguratie bestond uit:
- De L-vormige CYBER 840A
met 32 Mbyte geheugen, waarvan 4 MB voor NOS/BE
en de rest voor NOS/VE. De I4 input/output unit (IOU) bevatte 20 PP’s, 24 snelle
I/O-kanalen en een digitale klok. De koeling bestond uit een secundaire waterkoelcircuit
met een 24-tons waterchiller. De CPU-chips waren afgeleid van de
10K CMOS-chiptechnologie die ook in de CYBER 205 werd toegepast:
chips die met een klemmetje tegen een van de
koelbuisjes van het secundaire watercircuit
aangedrukt werden.
- Vier 885-1 schijfeenheden
met ieder 1.2 Gbyte verdeeld over twee diskspindles,
ieder dual-channel aangestuurd door twee van de drie diskcontrollers,
waarbij de 'load' over de controllers en kanalen zo goed mogelijk verdeeld werd.
- Een 844-41 verwisselbare schijfeenheid
voor systeemonderhoud en -testwerk.
- Een dual-channel 7165 diskcontroller met een 895-1 schijfeenheid
met 2.1 GByte verdeeld over vier diskspindles ten behoeve van NOS/VE.
De transfersnelheid bedroeg 24 Mbps (3 MB/s).
- Een 585 bandprinter
met een printsnelheid van 2000 regels per minuut en
een papier "skip"-snelheid van 2.5 meter/sec.
- Vijf CDCnet device interfaces:
- één mainframe device interface (MDI) voor de koppeling van de CYBER met het Ethernet (FELLAN) en een Unit Record Interface voor de 585-printer;
- één network device interface (NDI) als gateway met een XNS-stack (eind 1988 een OSI TP4-stack) en een TCP/IP-stack;
- twee, later drie terminal device interfaces met initieel 56 asynchrone poorten tot 38.4 kbps en vier HASP-poorten tot 50 kbps.
- NOS/BE omgeving.
- NOS/VE omgeving: C, Fortran, Pascal, CYBIL,
Programming Environment (PE), Accounting Analysis System;
FCON (VAX Fortran conversieprogramma), IMSL, Sciconic/VM, Abaqus (eindige elementen),
PC-Connect, RMF/X-Modem.
Onder NOS/VE
werden een aantal jobklassen gedefinieerd die ieder een andere "service"-definitie hadden:
aantal draaiende jobs, prioriteiten, maximum CPU-tijd, maximum time-slice.
CYBER 840A wisselaar primaire en secundaire koeling
[email protected]
25/02/1998